Weerstandsvermogen en risicomanagement

Waarin dient deze paragraaf inzicht te geven?

Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld en hoe het tot stand komt. Het geeft antwoord op de vraag: hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?

Belangrijkste ontwikkelingen en conclusies 2017

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen – geactualiseerde beleidsnota 2015 en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).

Weerstandsvermogen

  • Ratio weerstandsvermogen = €13.921.000 / €15.448.000 = 0,90
  • De totale omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit (teller) is €13.921.000. Dit is circa €5.000.000 lager dan in de programmabegroting 2018. Dit is veroorzaakt door het instellen van een verliesvoorziening risico Bedrijvenpark A1 ten laste van de specifieke weerstandsreserve en een lagere stand van de egalisatiereserve rente conform raadsbesluit Samenwerkingsovereenkomst DOIC - december 2017.
  • De totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit (noemer) is €15.448.000. Ten opzichte van de programmabegroting 2018 is dit circa €3.400.000 lager. De daling is voornamelijk het gevolg van het treffen van een verliesvoorziening voor het risico Bedrijvenpark A1 en een afname van de grondexploitatie risico’s Eikendal, Bergweide/Havenkwartier en Steenbrugge. Daartegenover is er een toename van het risico Sluiskwartier en de risico’s in het Sociale Domein.

Relevante aspecten

  • 51 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
  • 13 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
  • Er zijn geen risico’s (negatief gevolg) waarop gerelateerde kansen (positief gevolg) in mindering zijn gebracht.

Conclusies

De uitkomst van de ratio weerstandsvermogen is 0,90. In de programmabegroting 2018 was de uitkomst 1,01. De minimale uitkomst van de ratio is 1,0.

De gemeente beschikt met deze uitkomst op dit moment over onvoldoende weerstandsvermogen om de belangrijkste financiële risico’s op te vangen.
Maatregelen om de ratio naar de minimale score van 1,0 te brengen worden in de kwartaalrapportage 2018 bekend gemaakt.
Ondanks het doorzettend economisch herstel zijn er voldoende onzekerheden (o.a. gevolgen van rijksbeleid en economische ontwikkelingen) die het noodzakelijk maken om de financiële risico’s continue en nauwlettend te volgen. Waar mogelijk worden extra beheersmaatregelen genomen.
In de kwartaalrapportage 2018 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.

Weerstandsvermogen

Hoe goed kan de gemeente tegen een stootje?

Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Deventer maakt onderscheid tussen specifiek weerstandsvermogen en generiek weerstandsvermogen. Het specifieke weerstandsvermogen is gebaseerd op de specifiek gekwantificeerde risico’s. Bekende voorbeelden zijn de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie en bijstandsuitkeringen. Daarnaast loopt Deventer risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en politieke- en bestuurlijke besluitvorming. Voorbeelden daarvan zijn de algemene uitkering (gemeentefonds), verkoop van gronden en panden, de verbonden partijen, de garantstellingen en de nog te implementeren lopende heroverwegingen. Om te bepalen of Deventer beschikt over voldoende weerstandsvermogen wordt drie keer per jaar in het kader van de planning & control cyclus de ratio weerstandsvermogen bepaald.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke reserve¹, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.

Alles uitklappen
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit

(bedragen x €1.000)

Element

Onderdeel

Waarde

Specifieke weerstandsreserve

13.353

Onbenutte begrotingsruimte

Post onvoorzien

247

Stelpost structurele autonome ontwikkelingen

321

Onbenutte investeringsruimte

-

Onbenutte belastingcapaciteit

-

Stille reserves

Nader te bepalen

p.m.

Saldo

Weerstandscapaciteit 2017

13.921

¹)zie beleidsnota reserves en voorzieningen (2017)


Specifieke weerstandsreserve

Ten opzichte van de vorige weerstandsparagraaf (begroting 2018) is het saldo van de specifieke weerstandsreserve met circa €5.000.000 gedaald. Dit komt hoofdzakelijk door het instellen van een verliesvoorziening voor het risico Bedrijvenpark A1 ten laste van de specifieke weerstandsreserve en een lagere stand van de egalisatiereserve rente conform raadsbesluit Samenwerkingsovereenkomst DOIC - december 2017.


Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte

De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten onvoorzien en de stelpost autonome ontwikkelingen. De post onvoorzien (€247.000) en de stelpost autonome ontwikkelingen (€321.000) leveren op dit moment een bijdrage van in totaal €568.000 aan de beschikbare weerstandscapaciteit.


Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves

Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie paragraaf grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.


Benodigde weerstandscapaciteit

De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm die Deventer berekent.
Deventer gebruikt een risicodatabase. Daarin worden de risico’s geregistreerd. In deze paragraaf wordt alleen uitgegaan van de risico’s met een financieel gevolg waarvoor weerstandsvermogen (een financiële buffer) wordt aangehouden. De belangrijkste financiële risico’s zijn in beeld.

Alles uitklappen
Risicokaart

Er zijn 51 financiële risico’s die in aanmerking komen voor het reserveren van weerstandsvermogen. Veertien risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
De aard van de risico’s worden weergegeven in een risicokaart. Hoe blauwer de kleur, hoe hoger de prioriteit voor de aanpak van het risico.


Gekwantificeerde risico's

De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen:

Risico

Kans

Gevolg

Positie

Score

Programma

Park Zandweerd*

Lasten: kans op tekort park Zandweerd

50%

1.300.000

3-3

9

6

1.300.000

Sluiskwartier*

Lasten: kans op lagere opbrengst a.g.v. bijzondere setting nieuwbouw Sluiskwartier

50%

600.000

3-3

9

6

Lasten: kans op extra kosten a.g.v. herziening Sluiskwartier

50%

1.500.000

3-4

12

6

Lasten: kans op extra kosten a.g.v. bodemsituatie i.r.t. ondergrondse parkeervoorziening

50%

500.000

3-3

9

6

2.600.000

Steenbrugge*

Lasten: kans op afname financieel resultaat Steenbrugge

40%

3.600.000

3-5

15

6

3.600.000

Schadeclaim

Lasten: kans op schadeclaim

40%

825.000

3-3

9

3

825.000

Leisurestrip Holterweg*

Lasten: kans op negatief effect door lagere grondprijzen

30%

710.000

3-3

9

6

710.000

Verbreding A1

Lasten: kans op extra kosten verbreding A1

30%

3.700.000

3-5

15

5

3.700.000

Bergweide/Havenkwartier*

Lasten: kans op onvoldoende middelen grex voor realiseren parkeervoorzieningen

35%

850.000

3-3

9

6

Lasten: kans op negatief financieel effect - Kop Havenkwartier

50%

750.000

3-3

9

6

1.600.000

Poort van Deventer*

Lasten: kans op negatief financieel effect niet doorgaan DOIC - Poort van Deventer

20%

4.000.000

2-5

10

6

4.000.000

Participatiewet

Lasten: kans op hogere uitkeringslasten Participatiewet dan het BUIG budget toereikend is

35%

3.200.000

3-5

15

7

3.200.000

Sociaal Domein (3D's)

Lasten: kans op hogere uitgaven Sociaal Domein

70%

2.600.000

4-4

16

8

2.600.000

*) Zie voor toaaloverzicht risico's grondexploitaties de paragraaf Grondbeleid.

Circa €7,2 miljoen daling risico-inventarisatie
De bruto omvang (dat wil zeggen het maximale financiële gevolg) van de risico-inventarisatie is gedaald met circa €7,2 miljoen ten opzichte van de begroting 2018. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het treffen van een voorziening voor het risico Bedrijvenpark A1 (circa €5 miljoen) en een verlaging van het risico in de grondexploitaties Eikendal (circa €2,2 miljoen), Bergweide/Havenkwartier (circa €1,3 miljoen) en Steenbrugge (circa €900.000). Daartegenover is het risico Sluiskwartier gestegen (circa €1,5 miljoen). De mutaties worden toegelicht in de paragraaf grondbeleid.

Risico Sociaal Domein
Uit de monitor sociaal domein blijkt dat het aantal cliënten met een maatwerkarrangement in 2017 verder is gestegen. De bruto omvang van het risico is daardoor met €1,1 miljoen gestegen.


Samenvattig benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de complete risico-inventarisatie (dus inclusief de risico’s met een risicoscore < 9) is de bruto benodigde weerstandscapaciteit ruim €32 miljoen. Na het corrigeren van deze risico’s met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel) ontstaat een reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit die wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.


Minimumnorm

Er zijn ook risico’s waar moeilijk rekening mee valt te houden, bijvoorbeeld de soms sterk fluctuerende accressen van de algemene uitkering (gemeentefonds), de rijksbezuinigingen of de politieke en economische ontwikkelingen. Voor deze niet gekwantificeerde risico’s en tegenvallers houdt Deventer een extra buffer aan (de zogenaamde minimumnorm).

Voor 2018 is de minimumnorm als volgt bepaald:

(bedragen x €1 miljoen)

Bedragen begroting 2017

Geraamd bedrag

Minimumnorm 2%

Algemene uitkering (gemeentefonds)*

94

1,9

Verwachte OZB capaciteit 2018**

25

0,5

Saldo

119

2,4

*)exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB

**)begroting 2018-2021 zie paragraaf lokale heffingen


Simulatiemodel

De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich voordoen is klein en de kans dat ze tegelijk optreden is miniem. Voor het bepalen van de impact wordt de cumulatieve uitkomst van de risico’s gecorrigeerd. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatie methode.
Deze methode geeft het volgende resultaat:

Bij een zekerheid van 90% is minimaal €13,05 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst is, door een afname in de risico’s, gedaald ten opzichte van de begroting 2018.


Ratio weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit

De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.

Beschikbare weerstandscapaciteit:

€13.353.000 + €247.000 + €321.000 = €13.921.000

Benodigde weerstandscapaciteit:

€13.048.000 + €2.400.000 = €15.448.000

Deze twee uitkomsten geven het volgende resultaat:

€13.921.000 / €15.448.000 = 0,90

De beschikbare weerstandscapaciteit is lager dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er onvoldoende weerstandsvermogen is om de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen. Maatregelen voor verbetering van de score worden in de kwartaalrapportage 2018 bekend gemaakt.

Algemene risicogebieden

Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:

  • Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
  • BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
  • Leegstand onroerende panden in eigendom;
  • Restauratie monumentale panden;
  • Financieringsrisico’s (rente- en kredietrisico’s);
  • Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
  • Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).

Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd.
Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten beschikbaar. De omvang van deze reserve is €1,3 miljoen in 2018, die naar verwachting oploopt tot een bedrag van eenmalig €7,2 miljoen in 2022. Het totaal van deze bedragen vormt samen met de beschikbare weerstandscapaciteit het totale weerstandsvermogen.

Risico's Verbonden partijen

Deelneming aan een verbonden partij kent financiële, bestuur organisatorische - en beleidsinhoudelijke risico’s. Het onderscheid in de verschillende verbintenissen (o.a. gemeenschappelijke regeling, aandelenbezit en/of verstrekte lening/garantie) levert eveneens onderscheid in de risico’s op. Dit betekent dat de te onderscheiden risico’s verschillende aandacht vereisen. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer op grond van een concrete gebeurtenis een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.

Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij op dit moment geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering.

In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2017.

(bedragen x €1)

Verbonden partij

Deelneming

Lening

Garantie

NV Wonen boven winkels

454.000

-

1.410.000

NV Sportbedrijf Deventer

-

14.975.420

1.909.096

NV Bergkwartier

1.561.004

-

-

NV Deventer Schouwburg

-

-

-

NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer

15.189.000

9.501.379

-

NV Luchthaven Teuge

489.857

-

-

Circulus-Berkel BV

15.882

-

-

Enexis BV

936.596

-

-

BNG Bank

60.650

-

-

Vitens NV

-

619.060

-

Dataland BV

4.818

-

-

Vordering op Enexis BV

52

907.199

-

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV

-

-

-

Verkoop Vennootschap BV

1

-

-

CBL Vennootschap

52

-

-

CSV Amsterdam BV

52

-

-

Totaal

18.711.964

26.003.058

3.319.096

In de paragraaf verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.

Kengetallen

Op basis van een wetswijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) publiceert Deventer vanaf begrotingsjaar 2015 de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting en jaarrekening. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun gemeente.

De kengetallen zijn gebaseerd op de balans en exploitatierekening 2016. Hieronder worden de uitkomsten van de berekening van de kengetallen gepresenteerd. Vervolgens volgt een beknopte beoordeling van de uitkomsten in relatie tot de financiële positie.

Kengetallen

Jaarrekening 2016

Begroting 2017

Jaarrekening 2017

Netto schuldquote

80

93

81

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

72

83

72

Solvabilitietsratio

17

15

17

Structurele exploitatieruimte

1,22

0

1,18

Grondexploitatie

17

16

16

Belastingcapaciteit

91

94

93

Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen.

Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)

Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft dan een zeer hoge schuldpositie en zal er goed aan doen om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden. Deventer zit in 2017 ruim onder de 100. Vergeleken met de rekening 2016 is het kengetal iets gestegen. Vergeleken met de begroting 2017 is het kengetal fors gedaald. De reden hiervan is, dat  met name de totale inkomsten van de gemeente zijn gestegen.

Oordeel niet te snel

Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden

Netto schuldquote =Netto schuld (excl. leningen aan derden) : Totale inkomsten (excl. mutaties reserves)

De rentelasten en aflossingen van de door verstrekte leningen drukken niet op de exploitatie. Wanneer deze correctie voor Deventer wordt toegepast verbeterd de uitkomst van dit kengetal en is gunstig voor de financiële positie. Vergeleken met de rekening 2016 is het kengetal gelijk gebleven. Vergeleken met de begroting 2017 is het kengetal fors gedaald. De reden hiervan is, dat met name de totale inkomsten van de gemeente zijn gestegen.

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal is de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen en geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft een indicatie van de financiële weerbaarheid. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor welke uitkomsten wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit.
De uitkomst in 2017 is gelijk aan de rekening 2016 en bedraagt 17. Vergeleken met de begroting 2017 is het kengetal licht gestegen.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is.
Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer. Deze verbetering van de uitkomst van het  kengetal heeft geen effect op het genoemde kengetal in de begroting 2018.

Grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat de grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen aantrekt om daarmee grond te kopen vergroot dit de schuldpositie. Van belang is om te weten of de schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten).

Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
Bij de berekening is uitgegaan van de totale omvang grondexploitatie. Dit zijn de actieve grondexploitatiecomplexen (excl. de facilitaire complexe) De boekwaarde van de facilitaire complexen vallen BBV-technisch (notitie faciliterend grondbeleid) onder de overlopende activa. Vergeleken met de rekening 2016 is het kengetal iets gedaald.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.

Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Vergeleken met de rekening 2016 is het percentage licht gestegen.

Conclusie

De diverse kengetallen met betrekking tot de schuldpositie laten een positieve ontwikkeling zien en geven dus geen aanleiding om het financieel beleid aan te passen.