Omschrijving
Het programma omvat de zorg en verantwoordelijkheid voor een goede ruimtelijke ontwikkeling en inrichting van de gemeente, zowel de stad als het platteland inclusief de dorpen en kernen.
Dit gebeurt onder andere door beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Daartoe behoren het opstellen van planologisch kaders (nu nog een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning) met een goede ruimtelijke onderbouwing voor initiatieven uit de samenleving.
Naar verwachting zal in 2019 de nieuwe Omgevingswet in werking treden. Dit betekent een van de grootste stelselwijzigingen in wetgeving voor de fysieke leefomgeving.. Belangrijkste aanleiding voor deze systeemwijziging is dat het accent zal verschuiven van uitbreiding naar hergebruik van bestaand gebied. Kantoren, winkels, agrarische bedrijven en bedrijventerreinen komen steeds meer leeg of dreigen te verrommelen. Toevoegingen zijn minder nodig. Hergebruik van bestaande gebieden en, gebouwen wordt steeds belangrijker en draagt tevens bij aan duurzaamheidsdoelstellingen. De Omgevingswet maakt het mogelijk om deze ontwikkelingen eenvoudiger en sneller te kunnen regelen. De overheid wordt steeds meer verbinder, en bewaker van de spelregels. Die spelregels komen tot stand met een groot gevoel voor verantwoordelijkheid richting het algemeen en maatschappelijk belang.
Wij zien de Omgevingswet als een grote kans die we ten volle willen benutten. Daarom wachten wij niet tot de Omgevingswet daadwerkelijk is ingevoerd, maar zijn wij al bezig met enkele pilots. De al ingezette ontwikkeling op basis van de Structuurvisie Stadsaszone krijgt een vervolg in een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan (vooralsnog een ‘bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’). Daarin zijn we redelijk uniek in Nederland. We maken daadwerkelijk werk van het invullen van het begrip ‘Uitnodigingsplanologie’. Dat ondersteunen we onder andere door ons interne proces voor initiatiefnemers te vereenvoudigen en doorzichtiger te maken. Daartoe hebben we een zogenaamde Carrousel in het leven geroepen: een integraal denkende groep die initiatieven snel en adequaat kan beoordelen en bovendien meedenkt hoe ontwikkelingen zijn in te passen en vorm te geven.
Verder leggen wij via het ruimtelijke spoor vaak de basis voor de realisatie van de doelstellingen van andere beleidsvelden, zoals Bereikbaarheid, Parkeren en Wonen. Wij dragen bij aan goede afspraken met o.a. de corporaties over de volkshuisvesting.
Daarnaast verzorgen we een stevige inbreng in discussies die op regionaal, provinciaal of landelijk niveau spelen om te zorgen dat de Deventer belangen optimaal uit de verf komen.
De manier waarop we beleid formuleren is in verandering. De gemeentelijke rol bij de verschillende prestaties in het programma loopt uiteen van reguleren(vergunningen/handhaven), regisseren in netwerkverbanden of stimuleren/faciliteren tot loslaten wanneer particuliere initiatieven de overheid niet nodig hebben. Het accent komt veel meer dan voorheen te liggen bij het uitnodigen, faciliteren en begeleiden van initiatieven vanuit de samenleving.
In 2017 hebben we enkele belangrijke bewegingen gezien: de Omgevingswet wierp zijn schaduw vooruit en de aantrekkende economie leidde tot een toenemend aantal initiatieven en vergunningen. Ofschoon de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot 2021 ziet Deventer de voordelen van die toekomstige wetgeving al in. Dat betekent dat we volop hebben gewerkt aan een concept van een nieuwe Omgevingsvisie (die in de plaats moet treden van de huidige Structuurvisie). Daarover zijn verschillende gesprekken gevoerd met de Raad, stakeholders en collega’s. In 2018 moet dat een vervolg krijgen, en hopelijk leiden tot een belangrijke basis voor ons handelen richting de samenleving. Vooruitlopend op een Omgevingsplan hebben we een Nota van Uitgangspunten vastgesteld. Deze dient als leidraad voor een Bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Het beginsel van de Uitnodigingsplanologie passen we toe op verschillende gebiedsontwikkelingen: samen met initiatiefnemers komen we tot goede vertrekpunten voor te realiseren woningbouwplannen. Voorbeelden zijn de herontwikkeling van Larenstein, de voormalige ziekenhuislocaties Geertruiden en Sint Jozef, het voormalige Aupingterrein, Senzora, woningbouw op de Bathmense Enk en de voormalige tennisbanen in Diepenveen. Bouwwerkzaamheden zullen in 2018 opstarten. Daarnaast zijn er verschillende leegstaande kantoorgebouwen getransformeerd naar kleine woongelegenheden. Voor het eerst sinds jaren zien we een toenemend aantal verleende vergunningen en als gevolg daarvan een overschot op de begrote legesinkomsten.
Veel aandacht ging ook uit naar de planvorming voor het verbreden van de rijksweg A1. Er is een gebiedsplan gemaakt, waarbij volop aandacht is besteed aan de wijze waarop deze weg in het landschap kan worden ingepast. De geluidsproblematiek bij Bathmen was daarbij een prominent onderdeel, met naar het zich laat aanzien een goede oplossing in het verschiet. Veel aandacht ging ook uit naar de uitvoering van het parkeerbeleidsplan, o.a. in de vorm van een planologisch kader voor een parkeervoorziening op de Worp. Net zoveel inspanning ging ook uit naar het Grote Kerkhof. Dit leidde nog niet tot besluitvorming.
Vanuit het onderdeel Volkshuisvesting is hard gewerkt aan het maken van een nieuwe Woonvisie. Dit moet de basis worden voor ons woningbouwprogramma in de nabije toekomst. Niet alleen de aantallen staan daarbij centraal, maar ook de kwalitatieve onderverdeling: voor wie bouwen en hoe. Heel belangrijk is een leefbare, evenwichtige samenleving met vooral gemengde wijken en dorpen. Aan de basis van de Woonvisie stond een woningmarktanalyse. Ook ons woonwagenbestand vroeg de nodige aandacht. Het beleid daaromtrent ondervond kritiek omdat een bevolkingsgroep dreigde te worden achtergesteld. Een herziening van dit beleid is voorbereid, maar kon niet meer in 2017 worden vastgesteld. Al met al hebben we nu een goede, actuele basis voor het voeren van een gezond volkshuisvestingsbeleid, samen met onze belangrijkste partners in de gemeente: de woningbouwcorporaties.