Rekening

Balans

(bedragen x €1.000)

Activa

31-12-2017

31-12-2016

Passiva

31-12-2017

31-12-2016

Vaste activa

Vaste passiva

Immateriele vaste activa

Eigen vermogen

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio

129

137

Algemene reserve

10.059

15.559

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

320

362

Bestemmingsreserves

62.092

60.084

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

3.021

3.166

Gerealiseerde resultaat

4.053

1.969

Sub-totaal

3.470

3.665

Sub-totaal

76.204

77.612

Materiële vaste activa

Voorzieningen

Investeringen met economisch nut

182.105

185.524

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

7.285

7.978

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

33.014

33.005

Voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is

2.033

1.944

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

25.310

24.830

Gronden uitgegeven in erfpacht

6.393

4.073

Sub-totaal

246.822

247.432

Sub-totaal

9.318

9.922

Financiële vaste activa

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Kapitaal verstrekkingen aan:

Onderhandse leningen van:

- Deelnemingen

18.726

15.932

- Binnenlandse banken en overige financiële instellingen

249.920

280.882

Leningen aan:

- Binnenlandse bedrijven

5.465

5.600

- Deelnemingen

25.723

24.392

- Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren

20.000

20.000

Overige langlopende leningen u/g

5.883

6.041

Door derden belegde gelden

612

654

Waarborgsommen

66

66

Sub-totaal

50.332

46.365

Sub-totaal

276.063

307.202

Totaal vaste activa

300.624

297.462

Totaal vaste passiva

361.585

394.736

Vlottende activa

Vlottende passiva

Voorraden

Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie

57.452

61.598

Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen

0

0

Gereed product en handelsgoederen

10.953

11.576

Overige kasgeldleningen

25.000

0

Banksaldi

16.111

4.073

Overige schulden

16.222

23.044

Sub-totaal

68.405

73.174

Sub-totaal

57.333

27.117

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Overlopende passiva

Vorderingen op openbare lichamen

2.579

1.601

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

14.154

16.170

Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

0

5.404

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren uitgesplitst naar de ontvangen bedragen van:

Overige vorderingen

10.436

14.134

- Europese overheidslichamen

0

0

- Het Rijk

1.670

1.197

- Overige Nederlandse overheidslichamen

371

3.248

Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van het volgende begrotingsjaar komen

1.954

1.617

Sub-totaal

13.015

21.139

Sub-totaal

18.149

22.232

Liquide middelen

Banksaldi

5.946

4.507

Sub-totaal

5.946

4.507

Overlopende activa

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel uitgesplitst naar de nog te ontvangen bedragen van:

- Europese overheidslichamen

10

10

- Het Rijk

2.394

3.235

- Overige Nederlandse overheidslichamen

2.718

755

Overige nog te ontvangen bedragen

41.135

42.843

Vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren

2.820

960

Sub-totaal

49.077

47.803

Totaal vlottende activa

136.443

146.623

Totaal vlottende passiva

75.482

49.349

Totaal generaal

437.067

444.085

Totaal generaal

437.067

444.085

Gewaarborgde geldleningen

20.172

21.797

Garantstellingen

1.101.353

1.180.094

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Alles uitklappen
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

In de jaarrekening is de algemene uitkering opgenomen op basis van de, in de septembercirculaire 2017 gepubliceerde accresmededeling.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten als ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming en is vier jaar. Wanneer er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) wordt wel een verplichting/voorziening gevormd. Bepalend voor het instellen van een voorziening is een waarschijnlijk ongelijkmatig karakter van de kosten.

Het gebruik van schattingen is een element bij het opstellen van de jaarrekening. De getrouwheid van de jaarrekening wordt daardoor niet aangetast. Bij schattingen opgenomen in de jaarrekening zijn de volgende punten in acht genomen;

  • de aard van de schatting en de bijbehorende veronderstellingen worden als toelichting vermeld;
  • er is rekening gehouden met alle relevante (potentiële) omstandigheden voor en na balansdatum; ervaringen in soortgelijke gevallen zijn meegenomen.

Vaste activa

Algemeen

In 2013 is door de raad de richtlijn activeren en afschrijven vastgesteld. Deze richtlijn is een vertaling van de eisen, welke zijn neergelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) inzake duurzame activa, naar de Deventer situatie. De richtlijn biedt een actueel kader voor investeringen en de daaruit voortvloeiende activa en afschrijvingen.
Voor de afschrijvingsduur gelden de afschrijvingstermijnen die zijn opgenomen in de richtlijn activeren en afschrijven (2013).
In de jaarrekening is, in aanvulling op de richtlijn activeren en afschrijven, uitgegaan van de notitie grondexploitatie 2016 van de commissie BBV.

Omvangcriterium

Vanaf 1 januari 2005 worden investeringen met een gebruiksduur kleiner dan 3 jaar en/of met een verkrijging- of vervaardigingsprijs lager dan €25.000 niet geactiveerd maar direct ten laste van de programmarekening gebracht.
Vanaf het boekjaar 2013 worden activa, met een verkoop intentie op korte termijn, onder de vlottende activa opgenomen. In de toelichting op de balans wordt de omvang van de actuele waarde vermeld.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

Kosten van onderzoek en ontwikkeling worden enkel geactiveerd wanneer aan al de ondervermelde voorwaarden wordt voldaan (artikel 60 – BBV);

  • het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen;
  • de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat;
  • het actief in de toekomst economische of maatschappelijke nut zal genereren;
  • de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

Het activeren van voorbereidingskosten voor grondexploitaties als kosten van onderzoek en ontwikkeling is toegestaan onder de volgende voorwaarden;

  • De kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst van het Bro; en
  • De kosten mogen maximaal 5 jaar geactiveerd blijven staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal 5 jaar moeten de kosten hebben geleid tot een actieve grondexploitatie dan wel een afboeking ten laste van het jaarresultaat; en
  • Plannen tot de ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, moeten bestuurlijke instemming hebben, blijkend uit een raadsbesluit of (gedelegeerd) collegebesluit.

Indeling

In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk verantwoord;

  • Investeringen met een economisch nut;
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
  • Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut.

Vaste activa - Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de duurzame waardeverminderingen.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden conform de richtlijn activeren en afschrijven (2013) geactiveerd wanneer aan de voorwaarden van artikel 61 – BBV is voldaan. De verleende bijdragen worden afgeschreven in een periode die maximaal gelijk is aan de gebruiksduur van het actief bij betreffende derde.


Vaste activa - Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden.

De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (dit is de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen in de balans. Als bedragen worden ontvangen in verband met afkoop van voortdurend erfpacht dan worden deze bedragen onder de vaste schulden op de balans opgenomen.

Overige investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden onder voorwaarden (direct aantoonbare relatie en geen specifieke voorwaarden voor terugbetaling) in mindering gebracht (na ingebruikname object). Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden wordt de bijdrage tot aan ingebruikname gedoteerd aan een voorziening of geboekt als transitorische post.

Investeringen met economisch nut waarvoor een heffing wordt geheven

Investeringen in riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval worden opgenomen in een aparte categorie. Dit zijn investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.

Afschrijven

Slijtende investeringen worden vanaf de boekingsperiode direct aansluitend op het moment van ingebruikneming (n+1) lineair of annuïtair afgeschreven gedurende de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit (zowel met economisch als maatschappelijk nut) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Wijziging bestemming activa

Van activa waarvan de bestemming wijzigt (bijvoorbeeld door verkoop) wordt conform artikel 63, lid 5 – BBV de actuele waarde van de nieuwe bestemming toegelicht (verkoop- of taxatiewaarde). Wanneer de duurzame gebruiksintentie eindigt (door verkoopvoornemen), dan wordt het object onder de vlottende activa (voorraden) gerubriceerd. Is de actuele waarde lager dan de boekwaarde, dan vindt afwaardering plaats.


Vaste activa - Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Vanaf boekjaar 2017 worden de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut gelijk behandeld als de investeringen met economisch nut. Dit betekent dat alle investeringen (m.u.v. kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde) vanaf 1 januari 2017 op gelijke wijze worden verantwoord en voldoen aan dezelfde eisen wat betreft de waardering, activering en afschrijving.

In de balans worden de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut afzonderlijk tot uitdrukking gebracht. In de toelichting op de balans worden de investeringen met maatschappelijk nu gesplitst in ‘voor 2017’ geactiveerd en ‘vanaf 2017’ geactiveerd.
Investeringen die op 01-01-2017 nog niet in gebruik zijn genomen worden in hun totaliteit (voor de volledige investeringsomvang) geactiveerd in 2017 of later. Er vindt geen deelactivering plaats.


Vaste activa - Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Wanneer de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs, zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Bijdragen aan activa van derden worden conform de richtlijn activeren en afschrijven (2013) geactiveerd. De verleende bijdragen worden afgeschreven in een periode, gelijk aan de gebruiksduur van het actief waarvoor de bijdrage is verstrekt.

Per 1 januari 2017 worden de bijdragen aan activa in eigendom van derden niet meer verantwoord onder de financiële vaste activa maar onder de immateriële vaste activa.


Vlottende activa

Voorraden

De niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG) zijn met ingang van 1 januari 2016 afgeschaft (notitie grondexploitaties – commissie BBV 2016).
Activa die op de dag voor inwerkingtreding van de gewijzigde BBV (01-04-2016) op de balans zijn opgenomen als NIEGG, worden tegen dezelfde boekwaarde opgenomen op de toelichting op de balans als materiële vaste activa categorie ‘gronden en terreinen’. Deze activa worden uiterlijk voor 2020 gewaardeerd op marktwaarde tegen de dan geldende bestemming.
Deze activa worden gedurende deze overgangsperiode apart toegelicht in de toelichting op de materiële vaste activa.

Er wordt rente (omslagrentepercentage) bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden.

De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie (BIE) zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Door de gekozen systematiek is het mogelijk dat een boekwaarde tijdelijke negatief kan staan.
Wanneer tussentijds winst wordt genomen dan wordt de ‘percentage of completion’ methode toegepast.

Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant zijn. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loonkosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.
Voor een geprognosticeerd verlies op de grondexploitatie wordt een verliesvoorziening ingesteld ter grote van het volledige verlies. De voorziening wordt gepresenteerd als waardecorrectie op de post voorraad onderhanden werk (bouwgrond in exploitatie).

De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddelde betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als resultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde.

Vorderingen

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is bepaald op basis van de geschatte inningskansen per individuele vordering (statische methode).


Vlottende activa - Liquide middelen

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.


Vlottende activa - Overlopende activa

De overlopende activa maken onderdeel uit van de vlottende activa (artikel 37 – BBV). Onder de overlopende activa vallen de vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen bedragen.
Vooruitbetaalde kosten zijn kosten die reeds zijn betaald, maar waarvan de prestatie (nut) na de balansdatum valt.
Nog te ontvangen bedragen betreft nog te factureren geleverde prestaties. De grondslag voor de ‘vordering’ is voor de balansdatum ontstaan.
Overlopende activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (artikel 63 – BBV).


Vaste passiva

Reserves

In de, in 2009 door de raad, vastgestelde geactualiseerde beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het kaderstellend beleid voor de reserves weergegeven.

Conform artikel 19 – BBV bevat de toelichting op het overzicht van baten en lasten een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

Voorzieningen

In de, in 2009 door de raad, vastgestelde geactualiseerde beleidsnota reserves en voorzieningen wordt het kaderstellend beleid voor voorzieningen weergegeven. Met ingang van begrotingsjaar 2014 is middels een Wijzigingsbesluit (25-07-2013) van de commissie BBV de toepassing enigszins aangepast en als volgt;

  1. Voorzieningen worden gevormd wegens:
  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is;
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
  • De bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b – BBV.
  1. Tot de voorzieningen worden ook gerekend, van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b – BBV (zijnde de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren). Deze uitzonderingscategorie wordt conform het BBV verantwoord onder de overlopende passiva.
  2. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Een uitzondering hierop is de voorziening Wethouders-pensioenen, welke wordt gewaardeerd tegen contante waarde.
De onderhoudsegalisatie voorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming (de zogenaamde meerjaren onderhoudsplannen - MJOP’s) van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die daarvoor zijn geformuleerd. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van dit jaarverslag is het beleid daarvoor nader toegelicht.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de gerealiseerde aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vanaf 1 januari 2017 worden (conform artikel 46, onderdeel e – BBV) de ‘overige leningen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer’ afzonderlijk opgenomen onder de vaste schulden.

Algemeen

In 2009 is de geactualiseerde beleidsnota reserves en voorzieningen (juni 2009) door de raad vastgesteld. Deze beleidsnota is een vertaling van de eisen, welke zijn neergelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) inzake reserves en voorzieningen, naar de Deventer situatie.

De algemene reserves en bestemmingsreserves worden gevormd conform de, door de raad genomen besluiten. Onttrekkingen aan deze reserves geschieden conform daartoe strekkende raadsbesluiten. Bij een aantal reserves is sprake van toevoeging van rente ten laste van de programmarekening op basis van het in de begroting vastgestelde rentepercentage.

Incidentele baten en lasten

Conform artikel 28 – BBV is in de toelichting op de programmarekening een overzicht van de incidentele baten en lasten per programma. Daarin worden per programma de belangrijkste posten (> € 100.000) afzonderlijk gespecificeerd.

Nog te bepalen en te bestemmen resultaat

De basis voor de jaarrekening ligt in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting. In de jaarrekening dient tot uitdrukking te worden gebracht, wat werkelijk is gebeurd ten opzichte van de door de raad vastgelegde voornemens in de begroting, inclusief later daarin aangebrachte wijzigingen. Door middel van de voorgeschreven analyse tussen de rekening- en begrotingscijfers wordt inzicht verstrekt in de - eventueel - ontstane verschillen. Conform de programmabegroting mogen in de diverse programma’s geen stortingen en onttrekkingen met betrekking tot de reserves worden opgenomen. Deze mutaties worden gepresenteerd in het overzicht werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Nadat het resultaat van de rekening (inclusief exploitatiemutaties in reserves) is bepaald, wordt dit afzonderlijk op de balans vermeld en in de jaarrekening vastgelegd. Na vaststelling van de jaarrekening neemt de gemeenteraad vervolgens een besluit over de bestemming van het resultaat.

Eigen bijdrage CAK

Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming is op grond van de Wmo een eigen bijdrage verschuldigd. Deze eigen bijdrage is afhankelijk van de kostprijs van de voorziening voor de gemeente en de inkomensgegevens van de aanvrager. In de wet is bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage niet wordt uitgevoerd door de gemeente zelf, maar door het CAK. Door privacy overwegingen is de gegevensverstrekking van het CAK aan de gemeente Deventer ontoereikend om de volledigheid en juistheid van de eigen bijdragen te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is.

Gezien het feit dat het CAK verantwoordelijk is voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geeft zij jaarlijks een mededeling af over de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen (Third party mededeling). Bij het afgeven van deze mededeling betrekt het CAK niet de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de gegevens van andere ketenpartners, waardoor de gemeente Deventer niet beschikt over een mededeling waarop volledig kan worden gesteund ten behoeve van de volledigheid van de eigen bijdragen voor de jaarrekening 2017. De gemeente Deventer heeft hierdoor onvoldoende zekerheid omtrent de volledigheid van de eigen bijdragen Wmo van €2.534.000 in haar jaarrekening 2017.

Wel kan middels de mededeling zekerheid worden verkregen dat het totaalbedrag aan vastgestelde eigen bijdragen gelijk is aan de door het CAK geïnde en doorbetaalde eigen bijdragen aan de gemeente. Hiermee beschikt de gemeente Deventer in voldoende mate over de zekerheid dat de eigen bijdragen in de jaarrekening 2017 juist zijn verantwoord. Eventuele mogelijke niet verantwoorde eigen bijdragen worden ingeschat als niet significant cq materieel.


Vlottende passiva

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en Garantstellingen

Voor zover geldleningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans wordt dit nader gespecificeerd.

Verplichting voortvloeiend uit leasing

De waardering van de verplichting van financial leasing vindt plaats tegen de contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen.


Overlopende passiva

Overlopende passiva zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen (met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume (artikel 49, lid 1 – BBV)). Een essentieel kenmerk is dat voor de gemeente een verplichting bestaat. Een verplichting is een plicht of verantwoordelijkheid tegenover een derde om op een bepaalde manier te handelen of te presteren (dit kan voortkomen uit een overeenkomst maar ook uit, door een derde reeds geleverde prestatie waarvoor nog geen betaling heeft plaatsgevonden). Verplichtingen kunnen rechtens afdwingbaar zijn als gevolg van een bindende overeenkomst of wettelijke vereiste.

Vanaf 01-01-2008 worden van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren onder de overlopende passiva opgenomen (artikel 49, onderdeel b– BBV).
Indien op basis van de voorwaarden van de specifieke doeluitkering het niet bestede bedrag moet worden terugbetaald, dan is dit terug te betalen voorschotbedrag verantwoord onder de netto vlottende schulden (artikel 48, onderdeel d – BBV en vraag 2 van deel 15 – vragen en antwoordenrubriek).
Overlopende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde (artikel 63 lid 7 – BBV).


Toelichting op de balans

Alles uitklappen
Vaste activa - Immateriële vaste activa

De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2017

Boekwaarde 31-12-2016

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio

129

137

Kosten onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief

320

362

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

3.021

3.166

Totaal

3.470

3.665

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2017:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2016

Investeringen

Des-investeringen

Herrubricering

Afschrijvingen

Bijdragen van derden

Afwaarderin
gen

Boekwaarde
31-12-2017

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio

137

-

-

8

-

-

129

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

362

203

-

-244

1

-

-

320

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

3.166

-

145

-

-

3.021

Totaal

3.665

203

0

-244

154

0

0

3.470

De investering van €203.000 betreft planvoorbereidingskosten voor Park Zandweerd.
Daarnaast is €244.000 aan onderzoekskosten opgenomen onder voorraden, vanwege het in exploitatie nemen van drie gebieden.


Vaste activa - Materiële vaste activa

De materiële vaste activa bestaan uit de onderstaande onderdelen. De lopende investeringen staan opgenomen in bijlage 12 Dynamische kredieten.

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2017

Boekwaarde 31-12-2016

Investeringen met een economisch nut

182.105

185.524

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van kosten een heffing kan worden geheven

33.014

33.005

Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut

25.310

24.830

In erfpacht uitgegeven gronden

6.393

4.073

Totaal

246.822

247.432

De investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2017

Boekwaarde 31-12-2016

Gronden en terreinen

13.543

11.884

Woonruimten

1.316

1.508

Bedrijfsgebouwen

126.948

130.401

Grond- weg- en waterbouwkundige werken

4.373

3.694

Vervoermiddelen

7

8

Machines, apparaten en installaties

21.735

23.944

Overige materiële vaste activa

14.183

14.085

Totaal

182.105

185.524

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut weer:

(bedragen x €1.000)

Boek
waarde
31-12-2016 exclusief voorziening

Stand voorziening 31-12-2016

Boek
waarde 31-12-16

Investe-ringen

Des
investe-ringen

Her-rubricering

Afschrij-vingen

Bijdragen van derden

Afwaar-deringen

Boek
waarde
31-12-2017
exclusief
voorziening

Stand voorziening 31-12-2017

Boek
waarde
31-12-2017

Gronden en terreinen

19.349

7.465

11.884

1.737

0

-6.091

194

0

0

14.801

1.258

13.543

Woonruimten

1.508

0

1.508

0

139

0

53

0

0

1.316

0

1.316

Bedrijfsgebouwen

130.426

25

130.401

1.566

0

-1.251

3.633

34

0

127.074

126

126.948

Grond-,weg- en waterbouwkundige werken

3.694

0

3.694

825

0

0

146

0

0

4.373

0

4.373

Vervoermiddelen

8

0

8

0

0

0

1

0

0

7

0

7

Machines, apparaten en installaties

23.944

0

23.944

420

32

0

2.597

0

0

21.735

0

21.735

Overige materiële vaste activa

14.085

0

14.085

2.004

6

0

1.900

0

0

14.183

0

14.183

Totaal

193.014

7.490

185.524

6.552

177

- 7.342

8.524

34

0

183.489

1.384

182.105

  • Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de desinvesteringen staan de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.
  • Onder de gronden en terreinen is een boekwaarde van €8,1 miljoen voor strategische gronden in de jaarrekening 2016 overgezet van de niet in exploitatie genomen gronden naar de materiële vaste activa.
  • Het Havenkwartier Mr. HF de Boerlaan, Bergweide 5.2 en terrein Zutphenseweg zijn in 2017 in exploitatie genomen. De boekwaarde ad €6,1 miljoen is daarmee overgegaan naar de voorraden. Alleen het sportpark Zandweerd (€2 miljoen) is nog niet in exploitatie en is blijven staan onder materiële activa.
  • Geactiveerde lasten in 2017 ad €1,74 miljoen betreffen grond Skeave Huse (€0,9 miljoen) en kunstgrasvelden sport (€0,84 miljoen).
  • De overboeking van in exploitatie genomen gronden naar de voorraden verklaart ook de afname van de voorzieningen gronden en terreinen van €7,5 miljoen naar €1,25 miljoen.
  • De herrubricering op bedrijfsgebouwen betreft een overboeking van de boekwaarde naar de voorraden voor een pand dat verkocht wordt.
  • De verliesvoorziening bedrijfsgebouwen is verhoogd met €101.000 omdat de boekwaarde van twee te verkopen panden hoger is dan de marktwaarde.
  • Overige grootste investeringen betreffen: kunstgrasvelden (€1,1 miljoen), schoolgebouwen De Sleutel, De wereldwijzer en noodlokalen De Linde (€1,0 miljoen), Truckpoint (€0,8 miljoen), aanpassingen stadskantoor (€0,4 miljoen), Samenwerking ICT RUD IJsselland (€0,4 miljoen), gebouw wijk 16 Zutphenselaan dagbesteding (€0,2 miljoen) , renovatie Noorderbergpoortgarage (€0,2 miljoen).

De investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven kunnen als volgt worden onderverdeeld:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2017

Boekwaarde 31-12-2016

Gronden en terreinen

-

-

Woonruimten

-

-

Bedrijfsgebouwen

-

-

Grond- weg- en waterbouwkundige werken

31.965

31.976

Vervoermiddelen

-

-

Machines, apparaten en installaties

891

867

Overige materiële vaste activa

158

162

Totaal

33.014

33.005

Het onderstaand overzicht geeft weer het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2016

Investeringen

Des-investeringen

Af-schrijvingen

Bijdragen van derden

Afwaarderingen

Boekwaarde 31-12-2017

Gronden en terreinen

-

-

-

-

-

-

-

Woonruimten

-

-

-

-

-

-

-

Bedrijfsgebouwen

-

-

-

-

-

-

-

Grond-,weg- en waterbouwkundige werken

31.976

887

-

898

-

-

32.810

Vervoermiddelen

-

-

-

-

-

-

-

Machines, apparaten en installaties

867

37

-

13

-

-

46

Overige materiële vaste activa

162

-

-

4

-

-

158

Totaal

33.005

924

0

915

0

0

33.014

De investeringen betreffen gerealiseerde kosten voor het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP).

De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2017

Boekwaarde 31-12-2016

Gronden en terreinen

30

31

Woonruimten

-

-

Bedrijfsgebouwen

-

-

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

24.934

24.560

Vervoermiddelen

-

-

Machines, apparaten en installaties

13

25

Overige materiële vaste activa

333

214

Totaal

25.310

24.830

Maatschappelijk investeringen mochten tot 2017 worden afgeschreven. Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten met ingang van 2017 de investeringen maatschappelijk nut worden afgeschreven. In onderstaand overzicht wordt daarom deze splitsing in de jaren gemaakt.

De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut heeft het volgende verloop:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2016

Investeringen

Des-investeringen

Af-schrijvingen

Bijdragen van derden

Afwaarderingen

Boekwaarde 31-12-2017

Maatschappelijk nut voor 2017

Gronden en terreinen

31

-

-

1

-

-

30

Grond- weg- en waterbouwkundige werken

21.096

-

-

1.411

-

-

19.685

Machines, apparaten en installaties

25

-

-

12

-

-

13

Overige materiële vaste activa

214

-

-

15

-

-

199

Totaal

21.366

0

0

1.439

0

0

19.927

Maatschappelijk nut vanaf 2017

Gronden en terreinen

-

-

-

-

-

-

-

Grond- weg- en waterbouwkundige werken

3.464

4.438

324

-

2.329

-

5.249

Machines, apparaten en installaties

-

235

-

-

235

-

-

Overige materiële vaste activa

-

279

-

-

145

-

134

Totaal

3.464

4.952

324

0

2.709

0

5.383

Totaal

24.830

4.952

324

1.439

2.709

0

25.310

Investeringen betreffen vooral verkeersinfrastructuur waaronder fietsparkeren, Beter Benutten Intelligente Transport Systemen, Stationsomgeving, tunnel Oostriklaan, Wilhelminabrug en herstructurering Rivierenwijk.

Bijdragen van Rijk, provincie en derden ontving de gemeente onder meer voor herstructurering Rivierenwijk, tunnel Oostriklaan, Stationsomgeving, Beter Benutten en fietsparkeren.

Het onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de in erfpacht uitgegeven gronden:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2016

Investeringen

Des-investeringen

Af-schrijvingen

Bijdragen van derden

Af-waarderingen

Boekwaarde 31-12-2017

Gronden uitgegeven in erfpacht

4.073

4.275

1.955

-

-

-

6.393

Totaal

4.073

4.275

1.955

0

0

0

6.393

De investering betreft voor €2,6 miljoen grond voor het Truckpoint en €1,7 miljoen erfpachtovereenkomst met de nieuwe eigenaar van de grond gelegen aan de Londenstraat.
De afboeking van de oude erfpachtovereenkomst Londenstraat groot €1,9 miljoen is geboekt als desinvestering.


Vaste activa - Financiële vaste activa

De financiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2016

Investeringen

Des-investeringen

Afschrijvingen

Boekwaarde
31-12-2017

Kapitaalverstrekkingen aan:

Deelnemingen

15.932

2.802

7

1

18.726

Leningen aan:

Deelnemingen

24.392

2.400

-

1.069

25.723

Overige langlopende leningen u/g

6.041

10

-

168

5.883

Overige uitzettingen > 1 jaar

-

-

-

-

-

Totaal

46.365

5.212

7

1.238

50.332

In 2017 is het aandelenkapitaal in de NV Maatschappelijk Vastgoed Deventer met €2,8 miljoen verhoogd  in verband met de nieuwbouw bibliotheek.
Aan deze NV is ook een lening verstrekt van €2,4 miljoen voor het financieren van de in 2013 gerealiseerde investering in de aankoop en verbouw van de panden DAVO en Bodenloods in het Havenkwartier.


Vlottende activa - Voorraden

De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde 31-12-2017

Boekwaarde 31-12-2016

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie

80.599

74.215

Gereed product en handelsgoederen

10.953

11.738

Totaal

91.552

85.953

Afgedekt door voorzieningen verwacht verlies:

Onderhanden werk; gronden in exploitatie

23.147

12.617

Gereed product en handelsgoederen

-

162

Totaal verliesvoorzieningen

23.147

12.779

Totaal

68.405

73.174


Vlottende activa - In exploitatie genomen bouwgronden

Van de in exploitatie genomen bouwgronden wordt van het verloop in 2017 het volgende overzicht gegeven:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2016

Stand voorz.
31-12-2016

Balanswaarde
31-12-2016

Vermeerderingen

Verminderingen

Herrubricering

Boekwaarde
31-12-2017

Rente op voorzieningen

Mutaties voorzieningen

Stand voorz.
31-12-2017

Balanswaarde
31-12-2017

Geraamde nog te realiseren kosten

Geraamde nog te realiseren opbrengsten

Geraamd eindresul
taat Nominale waarde

Geraamd eindresultaat Contante waarde

Bergweide vuilstort Westfalenstr.

2.825

377

2.448

197

50

-

2.972

8

4

389

2.583

6.626

-9.169

429

388

Bergweide deelgebied 5 fase 2

-

-

-

36

-

352

388

-

-

-

388

712

-1.055

45

42

Havenkwartier Mr HF de Boerlaan

-

-

-

261

51

5.829

6.041

116

6.030

6.146

-105

1.600

-1.241

6.401

5.912

Havenkwartier zelf en samenbouw

77

-

77

65

37

-

105

-

-

-

105

64

-156

12

11

Havenkwartier doorontw. broedplaats

166

-

166

126

195

-

97

-

-

-

97

88

-75

110

108

HK Silogebied

719

-

719

134

133

-

720

-

-

-

720

983

-1.664

39

36

HK Stoer wonen

484

-

484

154

-

-

638

-

-

-

638

208

-990

-144

-135

Hanzeweg

-128

-

-128

5.326

4.938

-

260

-

-

-

260

2.367

-2.380

247

215

Bedrijvenpark A1

27.258

881

26.377

1.542

2.331

-635

25.834

18

3.217

4.116

21.718

33.412

-37.723

5.323

4.115

Bedrijventerrein Lettele

779

421

358

31

-

-

810

8

148

577

233

222

-551

480

445

Randgebieden AS Rondom de Scheg

2.493

199

2.294

315

-

-

2.808

4

61

264

2.544

2.232

-4.744

297

264

Randgebied AS BC Driehoek Blauwenoord

-159

-

-159

159

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Bedrijven Bathmen

361

-

361

20

-

-

381

-

-

-

381

425

-876

-70

-65

Terrein Zutphenseweg

-

150

25

154

278

7

380

387

-109

1.091

-987

381

346

Sluiskwartier

5.289

1.279

4.010

528

330

-

5.487

26

752

2.057

3.430

2.873

-6.134

2.226

2.056

Geertruiden

-669

0

-669

669

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

WC Keizerslanden

2.743

3.396

-653

1.221

-

-

3.964

68

109

3.573

391

579

-900

3.643

3.572

Eikendal fase 1

15.224

301

14.923

654

1.359

-

14.519

6

-307

-

14.519

6.715

-21.965

-731

-565

Centrumplan Bathmen

483

398

85

59

-

-

542

8

52

458

84

244

-310

476

458

De Wijtenhorst

5.981

2.977

3.004

794

482

-

6.293

60

-109

2.928

3.365

1.530

-4.717

3.106

2.927

De Vijfde Hoek

1.568

-

1.568

1.089

3.615

222

-736

-

-

-

-736

2.508

-2.513

-742

-685

Steenbrugge

8.721

2.388

6.333

574

97

-

9.198

48

-184

2.252

6.946

15.968

-22.527

2.640

2.253

Totaal

74.215

12.617

61.598

14.104

13.643

5.922

80.599

377

10.153

23.147

57.452

80.447

-120.677

24.168

21.698

  • De voorzieningen Havenkwartier en Zutphenseweg zijn overgeboekt van materiële vaste activa met economisch nut naar de voorraden, omdat deze gronden in 2017 in exploitatie zijn genomen;
  • Complex Groot Bergweide: toename van €900.000 door planontwikkelingskosten en verwervingen en toename van €6 miljoen als gevolg van in exploitatie nemen Havenkwartier Mr. HF de Boerlaan (Kop en Haveneiland);
  • Bedrijvenpark A1: afname van €1,4 miljoen als gevolg van afsplitsing faciliterend grondbeleid. Hierin is €5,7 miljoen aan grondverkopen en € 4,9 miljoen aan investering meegenomen;
  • Rondom de scheg (Holterwegzone): toename van €300.000 als gevolg van planontwikkelingskosten;
  • Vijfde hoek: afname van €2,3 miljoen als gevolg van afsplitsing faciliterend grondbeleid. Hierin is € 3,6 miljoen aan grondverkopen en € 1,1 miljoen aan investering meegenomen;
  • Steenbrugge: toename van €500.000 als gevolg van planontwikkelingskosten en rente;
  • Winkelcentrum Keizerslanden: toename van €1,2 miljoen door bouw- en woonrijp maken;
  • Sluiskwartier: toename van €200.000 vanwege planontwikkelingskosten;
  • Geertruiden: toename van €700.000 door planontwikkelingskosten, rente en afsluiting (winstneming);
  • Eikendal: afname van €700.000 als gevolg van grondverkopen;
  • Wijtenhorst Douwelerleide: toename van €300.000 door bouw- en woonrijp maken en grondverkopen.

Vlottende activa - Overzicht gereed product en handelsgoederen

(bedragen x € 1.000)

Boek-waarde
31-12-2016

Stand voorz.
31-12-2016

Balans-waarde
31-12-2016

CBR Voorraad eigen verklaring

Vermeerde-ringen

Vermin-deringen

Herrubri
cering

Boek-waarde
31-12-2017

Rente op voorzie-ningen

Mutaties voorzie-ningen

Stand voorz.
31-12-2017

Balans-waarde
31-12-2017

Te verkopen panden en gronden

11.723

162

11.561

-

-

2.029

1.251

10.945

-

-162

-

10.945

Overige voorraden

15

-

15

-7

-

-

8

-

-

-

8

Totaal

11.738

162

11.576

-7

0

2.029

1.251

10.953

0

-162

0

10.953

In 2017 zijn diverse panden (o.a. Klooster 10, Grote Poot 6, Brinkgreverweg 94) en gronden uit afgesloten grondexploitaties verkocht (afname boekwaarde met €2,0 miljoen).
Er is €1,3 miljoen overgeheveld van materiële vaste activa naar voorraden, omdat er een voornemen is een pand te verkopen.


Vlottende activa - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Voorziening
oninbaarheid

Balanswaarde
31-12-2017

Balanswaarde
31-12-2016

Vorderingen op openbare lichamen

2.579

-

2.579

1.601

Verstrekte kasgeldleningen

-

-

-

-

Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar

-

-

-

5.404

Rekening-courantverhouding met niet-financiële instellingen

-

-

-

-

Overige vorderingen

14.538

4.102

10.436

14.134

Overige uitzettingen

-

-

-

-

Totaal

17.117

4.102

13.015

21.139


Vlottende activa - Drempelbedrag Schatkistbankieren (SKB)

(bedragen x €1.000)

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Op dagbasis buiten 's Rijks schatkist gehouden middelen

3.997

6.779

4.871

4.965

Drempelbedrag

2.442

2.442

2.442

2.442

Totaal

-1.555

-4.337

-2.429

-2.523

In de paragraaf Financiering is het saldo schatkistbankieren nader toegelicht.


Vlottende activa - Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Banksaldi

5.946

4.507

Totaal

5.946

4.507


Vlottende activa - Overlopende activa

De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, uitgesplitst naar nog te ontavngen van:

- Europese overheidslichamen

10

10

- Het Rijk

2.394

3.235

- Overige Nederlandse overheidslichamen

2.718

755

Overige nog te ontvangen bedragen

41.135

42.843

Vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende begrotingsjaren

2.820

960

Totaal

49.077

47.803

Onder de overige nog te ontvangen bedragen is €20,2 miljoen opgenomen voor faciliterend grondbeleid bedrijvenpark A1 en Spikvoorderenk.
Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Grondbeleid.
Voor €13,5 miljoen staat een bedrag van nog te verrekenen BTW met het BTW compensatiefonds onder te ontvangen posten.
Het resterende bedrag van €7,4 miljoen betreft bijdragen van derden, andere gemeentes en nog te declareren bedragen.


Vaste passiva - Eigen Vermogen

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Algemene reserve

10.059

15.559

Bestemmingsreserve

62.092

60.084

Gerealiseerd resultaat

4.053

1.969

Totaal

76.204

77.612

Het resultaat 2017 na bestemming via reserves bedraagt €4,1 miljoen. Door dit resultaat aan te passen met de over te hevelen budgetten ontstaat een voordelig netto resultaat van €1,1 miljoen. Een samenvattend overzicht en analyse treft u aan onder het exploitatieresultaat.

Voor het verloop per reserve, zie bijlage 7 Staat van reserves.


Vaste passiva - Voorzieningen

Het verloop van de voorzieningen wordt in onderstaand overzicht weergegeven:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2016

Toevoegingen

Vrijval

Aanwendingen

Boekwaarde
31-12-2017

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's

7.978

619

666

646

7.285

Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden

1.944

190

-

101

2.033

Totaal

9.922

809

666

747

9.318

Van de voorziening wethouderspensioenen valt €666.000 vrij. Dit komt omdat de rekenrente die door het Ministerie van Binnenlandse zaken en DNB is vastgesteld, in 2017 is gestegen van 0,864% tot 1,648%.
Van de voorziening legaat Waanders is €100.000 aangewend voor de aanleg van speelplek Woeste Willem.


Vaste passiva - Vaste schulden met een rentetypische looptijd van > 1 jaar

De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar is als volgt:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Onderhandse leningen van:

Binnenlandse banken en overige financiële instellingen

249.920

280.882

Binnenlandse bedrijven

5.465

5.600

Overige binnelandse sectoren

-

-

Buitenlandse instellingen

20.000

20.000

Sub-totaal

275.385

306.482

Door derden belegde gelden

612

654

Waarborgsommen

66

66

Totaal

276.063

307.202


Vaste passiva - Overzicht vaste schulden met een rentetypische looptijd van > 1 jaar

In het hierna opgenomen overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar over het jaar 2017:

(bedragen x €1.000)

Saldo 31-12-2016

Vermeerderingen

Aflossingen

Saldo 31-12-2017

Onderhandse leningen

306.482

31.097

275.385

Door derden belegde gelden

654

42

612

Waarborgsommen

66

10

10

66

Totaal

307.202

10

31.149

276.063

De totale rentelast voor het jaar 2017 met betrekking tot de vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar bedraagt €9.461.643.


Vlottende passiva - Kortlopende financiële verplichtingen

Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar

57.333

27.117

Overlopende passiva

18.149

22.232

Totaal

75.482

49.349

De in de balans opgenomen netto-schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden

-

-

Overige kasgeldleningen

25.000

-

Banksaldi

16.111

4.073

Overige schulden

16.222

23.044

Totaal

57.333

27.117

De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:

(bedragen x €1.000)

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

14.154

16.170

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren uitgesplitst naar de ontvangen bedragen van:

- Europese overheidslichamen

-

-

- Het Rijk

1.670

1.197

- Overige Nederlandse overheidslichamen

371

3.248

Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

1.954

1.617

Totaal

18.149

22.232


Vlottende passiva - Waarborgen en garanties

Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte waarborgen aan natuurlijke- en rechtspersonen kan als volgt naar de aard van de geldlening gespecificeerd worden:

(bedragen x €1.000)

Aard/
Omschrijving

Oorspronkelijk
bedrag

Percentage
borgstelling

Boekwaarde
31-12-2017

Boekwaarde
31-12-2016

Gewaarborgde geldleningen

-

-

-

8.500

9.556

Gewaarborgde geldleningen voor het verkrijgen en verbeteren van eigen woningen particulieren

-

-

-

11.672

12.242

Totaal

20.172

21.798

Het in de balans opgenomen bedrag voor verstrekte garanties bestaat uit de volgende garantstellingen:

(bedragen x €1.000)

Aard/
Omschrijving

Boekwaarde 31-12-2017

Garantstellingen via waarborgfondsen WEW (NHG) en WSW

-

1.100.722

Overige verleende garanties (o.a. sportverenigingen)

-

631

Totaal

-

1.101.353

In 2017 is geen aanspraak gemaakt op de verleende borg- en garantstellingen.


Vlottende passiva - Langlopende financiële verplichtingen

De gemeente Deventer is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen.
De gemeente Deventer heeft meerjarige contracten voor onderhoud, catering en schoonmaak stadskantoor en huur depot archeologie en parkeergarages.
Daarnaast zijn er meerjarige leasecontracten voor roerende goederen (bedrijfsauto's en ICT apparatuur) en uitbesteding afvalverwerking afgesloten.

Samenvatting - niet uit de balans blijkende verplichtingen:

(bedragen x €1.000)

Totaalbedrag
volledige
contractperiode

Gerealiseerd
t/m 2016

Gerealiseerd
bedrag in
2017

Raming bedrag restant verplichting

Onderhoud huisvesting gemeentelijk apparaat

4.619

103

288

4.228

Huurovereenkomsten cultureel-, onderwijs-, welzijn en sportgebouwen*

366

273

26

66

Lease overeenkomsten bedrijfswagens

34

15

6

14

Lease overeenkomsten ICT apparatuur

4.846

1.822

866

2.158

Huurovereenkomsten parkeergarages

15.545

12.777

578

2.190

Uitbesteding afvalverwerking

73.147

54.486

6.553

12.108

Overige overeenkomsten

7.241

2.382

1.237

3.622

Totaal

105.798

71.858

9.554

24.386


Overzicht Baten en Lasten

(bedragen x €1.000)

Primitieve begroting

Begroting na wijziging

Rekening

Verschil

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Programma

Burger en bestuur

10.402

2.896

-7.506

10.429

2.992

-7.437

10.126

3.831

-6.295

-303

839

1.142

Openbare orde en veiligheid

8.980

559

-8.421

9.611

607

-9.004

9.551

635

-8.916

-60

28

88

Leefomgeving

33.811

14.065

-19.746

36.544

15.575

-20.969

33.331

15.462

-17.869

-3.213

-113

3.100

Milieu en duurzaamheid

13.462

11.875

-1.587

15.948

13.776

-2.172

15.421

13.670

-1.751

-527

-106

421

Ruimtelijke ontwikkeling

3.889

3.289

-600

4.572

3.994

-578

4.945

4.801

-144

373

807

434

Herstructurering en vastgoed

18.359

18.594

235

24.195

25.042

847

38.012

34.425

-3.587

13.817

9.383

-4.434

Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

64.975

38.649

-26.326

69.798

40.580

-29.218

70.564

40.797

-29.767

766

217

-549

Meedoen

70.504

5.653

-64.851

74.757

6.449

-68.308

72.480

6.432

-66.048

-2.277

-17

2.260

Jeugd en onderwijs

40.997

3.372

-37.625

43.283

4.292

-38.991

43.340

3.608

-39.732

57

-684

-741

Economie, kunst en cultuur

16.673

2.099

-14.574

19.052

6.428

-12.624

18.984

3.190

-15.794

-68

-3.238

-3.170

Bedrijfsvoering

33.236

6.533

-26.703

36.471

8.777

-27.694

34.212

8.701

-25.511

-2.259

-76

2.183

Subtotaal programma's

315.288

107.584

-207.704

344.660

128.512

-216.148

350.966

135.552

-215.414

6.306

7.040

734

Algemene dekkingsmiddelen

Lokale heffingen

-25

24.508

24.533

-25

24.680

24.705

-25

24.808

24.833

0

128

128

Kwijtscheldingen OZB

0

0

0

0

0

0

11

-11

11

0

-11

Kwijtscheldingen niet OZB

9

0

-9

9

0

-9

12

-12

3

0

-3

Algemene uitkeringen

0

178.240

178.240

0

183.574

183.574

0

183.601

183.601

0

27

27

Dividend

0

901

901

0

1.080

1.080

1.086

1.086

0

6

6

Agio uitkering

0

0

0

11

2.444

2.433

7

2.444

2.437

-4

0

4

Saldo financieringsfunctie

-5.263

0

5.263

-4.817

0

4.817

-4.495

4.495

322

0

-322

Stelposten

2.338

-1.100

-3.438

311

0

-311

0

0

0

-311

0

311

Overige algemene dekkingsmiddelen

822

476

-346

1.588

648

-940

1.442

523

-919

-146

-125

21

Calculatieverschillen

299

33

-266

3.729

2.266

-1.463

4.077

2.573

-1.504

348

307

-41

Subtotaal Algemene dekkingsmiddelen

-1.820

203.058

204.878

806

214.692

213.886

1.029

215.035

214.006

223

343

120

Onvoorzien

221

0

-221

100

0

-100

0

0

0

-100

0

100

Resultaat voor resultaatbestemming

313.689

310.642

-3.047

345.566

343.204

-2.362

351.995

350.587

-1.408

6.429

7.383

954

Aanpassing diverse programma's conform hoofdstuk financiele aanpassingen

2.219

844

-1.375

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal saldo van baten en lasten

315.908

311.486

-4.422

345.566

343.204

-2.362

351.995

350.587

-1.408

6.429

7.383

954

Mutaties reserves

Burger en bestuur

0

194

194

80

413

333

80

281

201

0

-132

-132

Openbare orde en veiligheid

6

30

24

6

30

24

6

30

24

0

0

0

Leefomgeving

468

288

-180

1.250

2.098

848

2.372

1.442

-930

1.123

-656

-1.779

Milieu en duurzaamheid

1.400

2.261

861

1.784

3.199

1.415

1.784

2.810

1.026

0

-389

-389

Ruimtelijke ontwikkeling

0

0

0

100

50

-50

100

50

-50

0

0

0

Herstructurering en vastgoed

611

1.028

417

3.133

3.025

-108

4.208

8.554

4.346

1.075

5.529

4.454

Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

0

250

250

267

576

309

313

761

448

46

185

139

Meedoen

86

144

58

642

2.094

1.452

2.878

1.989

-889

2.236

-105

-2.341

Jeugd en onderwijs

0

2.058

2.058

61

2.119

2.058

61

2.107

2.046

0

-12

-12

Economie, kunst en cultuur

61

218

157

4.315

2.200

-2.115

1.049

2.065

1.016

-3.266

-135

3.131

Bedrijfsvoering

0

1.067

1.067

1.623

4.595

2.972

1.861

3.205

1.344

238

-1.390

-1.628

Algemene dekkingsmiddelen

7.054

2.983

-4.071

12.894

9.458

-3.436

12.977

9.859

-3.118

83

401

318

Subtotaal Mutaties reserves

9.686

10.521

835

26.155

29.857

3.702

27.689

33.153

5.464

1.535

3.296

1.761

Aanpassing diverse programma's conform hoofdstuk financiele aanpassingen

0

3.586

3.586

0

0

0

0

0

0

0

Afrondingsverschillen

0

1

1

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Subtotaal Mutaties reserves

9.686

14.108

4.422

26.155

29.857

3.702

27.689

33.153

5.464

1.535

3.296

1.761

Resultaat na resultaatbestemming

325.594

325.594

0

371.721

373.061

1.340

379.684

383.740

4.056

7.964

10.679

2.715

Toelichting op de programmarekening

Hieronder volgt een korte toelichting op hoofdlijnen van de verschillen in saldi van de uitkomsten tussen de begroting 2017 na wijziging en de realisatie 2017. Dit betreft verschillen exclusief de puttingen en stortingen uit/in reserves. Een gedetailleerde toelichting treft u aan in de programmatoelichting in het jaarverslag.

Programma Burger en bestuur

Het voordeel is voor het grootste deel te verklaren door een vrijval in de voorziening wethouderspensioenen als gevolg van hogere rekenrente.

Programma Openbare orde en veiligheid

Het geringe negatieve exploitatieresultaat wordt met name veroorzaakt door hogere kosten juridische handhaving en hogere apparaatskosten bij evenementen.

Programma Leefomgeving

Het programma heeft een voordelige uitkomst. Er zijn voordelen bij: waterschapslasten, leges kabels en leidingen, kosten openbare verlichting, energie en onderhoud havens, opbrengst snippergroen en vrijvallende kapitaallasten civieltechnische kunstwerken. De nadelen binnen het programma worden hoofdzakelijk veroorzaakt door een hogere afrekening voor gladheidsbestrijding en hogere kosten onderhoud sportvelden.

Programma Milieu en duurzaamheid

Per saldo een voordelig exploitatieresultaat vanwege nadelige uitkomsten afvalstoffenheffing en niet uitgegeven budgetten Omgevingsdienst, die worden overgeheveld naar 2018.

Programma Ruimtelijke ordening

Het voordelig resultaat wordt met name veroorzaakt door hogere opbrengsten bouwleges en een nadeel door hogere inzet planvorming verbreding A-1.

Programma Herstructurering en vastgoed

Voor de drie herstructureringsprojecten Rivierenwijk, Keizerslanden en Voorstad Oost is er een voordeel van € 210.000. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in de Rivierenwijk de uitvoering van het plan van aanpak Deltaplein ook in 2018 plaats zal vinden, evenals de gebiedsvisie aan de Dijk. Voor het onroerend goed buiten exploitatie is er een nadeel op met name de exploitatie van panden, gronden uit afgesloten grondexploitaties en strategische locaties.

Hierdoor is meer geput uit de reserve onroerende zaken dan begroot. Binnen de grondexploitaties waren er verschillen in de lasten en baten. Zie voor een uitgebreidere toelichting de paragraaf grondbeleid.

Programma Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

Het werkelijk tekort op het inkomensdeel is in 2017 groter dan geraamd bij de najaarsrapportage. Dit betreft met name op de uitgaven bijstand. Dit bedrag wordt gedekt uit de reserve uitkeringen. Daarnaast zijn startbaansubsidies verleend, die in 2017 nog niet direct hebben geresulteerd in een evenredige daling van de uitkeringslasten.

Programma Meedoen

Het voordeel in het programma betreft voornamelijk lagere lasten beschermd wonen. Dit voordeel wordt gestort in de reserve Beschermd wonen. Nadelen zijn er voor kosten: WMO-begeleiding, sociale teams en minimabeleid.

Programma Jeugd en onderwijs

Dit programma heeft een negatieve uitkomst door: hogere kosten Jeugdzorg.

Programma Economie, kunst en cultuur

Het programma kent per saldo een negatief exploitatieresultaat. Met name vanwege het niet realiseren van verkoop panden. Dit is uiteindelijk wel een neutrale mutatie voor de rekening omdat er ook een storting vervalt.

Programma Bedrijfsvoering

Het voordeel is voor het grootste gedeelte te verklaren door een hogere dekking voor bedrijfsvoeringskosten doordat meer uren zijn gewerkt voor doorberekende projecten, externe opdrachten en subsidies, door lagere niet gebouw gebonden facilitaire kosten en kosten opleidingen. Het voordeel op opleidingen wordt overgeheveld naar 2018.

Programma Algemene dekkingsmiddelen

Er is een nadeel op de ontvangst Algemene Uitkering en de post onvoorzien is niet volledig besteed. Daarnaast is er een meeropbrengst precario.

Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen

Op 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. In deze nieuwe wet zijn regels vastgelegd over de maximale bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Jaarlijks wordt de WNT-norm vastgesteld in een ministeriële regeling.

Rapportage WNT

De WNT is van toepassing op de gemeente Deventer. Artikel 4.1 – WNT en het gewijzigde artikel 28 – BBV verplicht te rapporteren over de bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen. Voor de gemeenten is de functie van gemeentesecretaris en van griffier aangewezen als topfunctionaris in de zin van de WNT. Dit betreffen de volgende gegevens;

  • de naam (het publiceren van de naam geldt enkel voor de topfunctionarissen)
  • de beloning
  • de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding;
  • de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn;
  • de functie of functies;
  • de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; en
  • een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm (indien van toepassing).

Daarnaast wordt transparantie gevraagd over bezoldiging van overige functionarissen met een dienstbetrekking waarvan de bezoldiging het wettelijk maximum overschrijdt (artikel 4.2 – WNT). De maximum bezoldigingsnorm voor 2017 bedraagt €181.000. Het publiceren van de gegevens van niet-topfunctionarissen gebeurd alleen op functie (niet op naam). In de toelichting op de balans moeten de volgende gegevens worden opgenomen;

  • de beloning
  • de belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding;
  • de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn;
  • de functie of functies;
  • de duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar; en
  • een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm.

Ontslagvergoeding

Topfunctionaris
Conform artikel 4.1, lid 3 – WNT wordt in de jaarrekening de verrichte uitkering opgenomen aan de top functionaris waarvan het dienstverband in het boekjaar is beëindigd. Wanneer de uitkering meer bedraagt dan de wettelijke maximale bezoldiging van €75.000 wordt de overschrijding in het jaarverslag gemotiveerd (artikel 4.2, lid 4 – WNT).

Niet-topfunctionaris
De norm voor de uitkering van wegens beëindiging van het dienstverband geldt niet voor niet-topfunctionarissen. Voor niet-topfunctionarissen geldt wel dat wanneer een hogere uitkering dan het bezoldigingsmaximum (oftewel wanneer de som van de bezoldiging en de beëindigingsuitkering boven de €181.000 uitkomt) dit moet worden vastgelegd in het jaarverslag en elektronisch bij het ministerie moet worden gemeld.

Uitvoering WNT

De Gemeente Deventer heeft in 2017 geen bezoldiging verstrekt aan functionarissen met een dienstbetrekking die hoger is dan de maximale norm (€181.000).
In 2017 was er in de gemeente Deventer (conform de WNT) geen sprake van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking. De gemeente Deventer heeft 2 topfunctionarissen in dienst, te weten de heer Kossen (Algemeen directeur en gemeentesecretaris) en de heer Peet (griffier).

(bedragen x €1)

M.A. Kossen

S.J. Peet

A.L.C.S. Lantain

Functiegegevens

Gemeentesecretaris

Griffier

Gemeentesecretaris

Aanvang en einde functievervulling in 2017

01-01-2017

01-01-2017

N.v.t.

Deeltijdfactor in fte

1,0

1,0

Gewezen topfunctionaris?

nee

nee

(Fictieve) dienstbetrekking?

ja

ja

Bezoldiging

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen

€128.294,54

€107.228,98

Beloningen betaalbaar op termijn
(Pensioen premie WG deel)

€17.454,24

€16.528,80

Subtotaal

€145.748,78

€123.757,78

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum

N.v.t.

N.v.t.

-/- Onverschuldigd betaald bedrag

N.v.t.

N.v.t.

Totale bezoldiging 2017

€145.748,78

€123.757,78

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan

N.v.t.

N.v.t.

Gegevens 2016

Aanvang en einde functievervulling in 2016

20-07-2016

01-01-2016

01-01-2016 - 31-08-2016

Deeltijdfactor 2016 in fte

1,0

1,0

1,0

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen

€46.575,=

€87.835,85

€79.296,58

Beloningen betaalbaar op termijn
(Pensioenpremie WG en WN deel)

€6.622,=

€18.140,28

€9.756,=

Totale bezoldiging 2016

€53.197,=

€105.976,13

€89.052,58

Periode 20-07-2016
t/m 31-12-2016

Periode 01-01-2016
t/m 31-08-2016

Er waren geen ontslagvergoedingen boven de €75.000 aan (top)functionarissen conform de WNT-norm. In 2017 had de Burgemeester van Deventer het hoogst belastbaar jaarloon. Zijn inkomen is vastgesteld conform de wettelijk bepalingen die zijn gesteld door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.